In 2030 meet IPCC de toestand – Deel 3: Bovengrenzen aan opwarming

Koolstofdioxide en temperatuur

IPCC verslagen tonen keer op keer een duidelijk verband tussen de door menselijke activiteiten veroorzaakte uitstoot van voornamelijk koolstofdioxide maar ook methaan en stikstoofoxide.

Bron: Synthesis Report of the IPCC sixth assessment report (AR6) Longer Report Figure 2.1

Daardoor was de gemiddelde temperatuur in de periode 2011 – 2020 boven land 1,59°C en boven oceanen 0,88 °C hoger dan in de referentieperiode 1850 – 1900. Deze gemiddelde opwarming van 1,09 °C is het resultaat van een stijging van 1,5 à 2°C door broeikasgassen en 0,3 °C door natuurlijke opwarming en een daling van 0,5 à 0,8 °C aerosol1 die de mens ook in de atmosfeer brengt.

Kantelpunten vermijden

Dat de opwarming wordt versneld door bepaalde fenomenen lijkt logisch. Hoe meer de poolkappen afsmelten, hoe minder de zonnewarmte naar de ruimte weerkaatst wordt, hoe sneller de aarde dus opwarmt en het poolijs smelt. Zo zijn er een aantal gevaarlijke “kantelpunten” geïdentificeerd waarbij klimaatopwarming onbeheersbaar wordt en vrij abrupt kan doorslaan naar waarden van 4 tot 6 °C. Dat zou onze aarde in toestanden brengen die hier 2 tot 2,5 miljoen jaar geleden heersten en er enkel eencellig leven was.

Voorbeelden van dergelijke kantelpunten zijn:

  • Smelten van ijs op Groenland en / of de westkust van de Zuidpool; het vertragen tot stilvallen van de golfstroom;
  • Ontbossen van regenwouden (Amazone, Congo of Indonesië) en / of oerbossen in Canada en Noord Rusland;
  • Smelten van de permafrost in Siberië.

De verbanden tussen deze kantelpunten zijn nog niet zo goed bekend, m.a.w. ontbossing kan het smelten op een ander werelddeel starten.

Wetenschappers denken dat we voldoende veilig zijn voor deze kantelbewegingen als de kilmaatopwarming onder de 2°C blijft. Daarom werd op de Conference of the Parties COP21 van November 2015 in Parijs door alle VN landen de richtlijn aanvaard om de opwarming tot 1,5 °C te beperken.

“Business as Usual” of “Giant Leap”

We weten dus wat ons te doen staat: de uitstoot van broeikasgassen zo beperken en terugdraaien dat de gemiddelde temperatuur in de atmosfeer niet meer dan 1,5°C stijgt.

Aangezien we weten hoeveel de temperatuur stijgt per Gt aan broeikasgassen (BKG) die we in de atmosfeer brengen kunnen we berekenen

  • Hoeveel BKG we inbrengen als we doorgaan en hoe hoog de temperatuur dan wordt;
  • Hoeveel we mogen inbrengen als de opwarming tot 1,5°C of 2°C beperkt moet blijven.

Bron: Synthesis Report of the IPCC sixth assessment report (AR6) Longer Report Figure 2.5

Als we doorgaan met een “Business as Usual” levensstijl en aan de hand van de huidige maatregelen stijgt de uitstoot nog met 5% tegen 2030 (rood).

Als we de temperatuurstijging met kleine overshoot willen beperken tot 1,5 of 2,0 °C moet de BKG uitstoot tegen 2030 dalen met respectievelijk 43% (blauw) en 26% (groen). Tegen 2050 moet de BKG uitstoot naar nul gaan en moeten er zelfs BKG van het verleden weer uit de atmosfeer genomen worden om die 1,5 °C vast te houden. Dit vraagt om een “Giant Leap” programma om af te raken van onze huidige verbrandingsprocessen die BKG produceren.

Houden we de daling van BKG uitstoot tegen 2030 kleiner dan 26%, zal de klimaatopwarming tegen 2050 de 2°C merkbaar overschrijden.

1 aerosol is een mengsel van stofdeeltjes of vloeistofdruppels in een gas ter grootte van 0,2 tot 200 micrometer. Wolken en mist zijn een aerosol bestaande uit zeer kleine druppeltjes water in lucht.

Lees de hele reeks 'In 2030 meet IPCC de toestand'

Wil je op de hoogte worden gehouden van nieuwe publicaties?

Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief en ontvang regelmatig de inzichten van Lucrates